zoeken
knop: zoek

Groene uitvaart Bibliotheek

plaatje: Resomation vermoedelijk niet beter voor het milieu

Resomation vermoedelijk niet beter voor het milieu

plaatje: bulletYarden, Monuta en DFW-Europe onderzoeken de mogelijkheden van resomeren in Nederland. De voorstanders van de nieuwe methode van lijkbezorging schermen met milieuvoordelen. Maar milieukundige Lucas Reijnders verwacht er niets van.
“We wachten de onderzoeksresultaten af,” zegt Jan Keeman,die als directeur van ovenbouwer DFWEurope de ontwikkelingen op de voet volgt. Afgelopen zomer brachten Monuta en Yarden naar buiten dat zij laten onderzoeken of er in Nederland mogelijkheden zijn voor deze nieuwe methode van lijkbezorging.
Bij resomeren wordt het lichaam opgelost in kaliloog. Keeman: “Het bottenstelsel blijft over en dat kan worden vermalen tot een hagelwit poeder.” De methode zou minder energie vragen dan cremeren en minder schadelijke stoffen in het milieu brengen. Yarden laat TNO Bouw & Ondergrond/Klimaat, Lucht & Duurzaamheid de milieuclaims onderzoeken en Monuta en DFW onderzoeken de maatschappelijke acceptatie.
Waarom is een ovenbouwer geïnteresseerd in een Resomator? - de naam is van de Schotse uitvinder Sandy Sullivan. “We zijn altijd op zoek naar minder milieubelastende methoden. Ik zie resomeren als een derde methode, naast cremeren en begraven. Het proces vindt plaats bij 180 graden Celsius en vraagt dus aanzienlijk minder energie dan verbranden. Het gebouw – resomatorium? – hoeft geen schoorsteen te hebben en stoot geen schadelijke dampen uit. Dure filterinstallaties zijn dan ook niet nodig.” En de schadelijke stoffen? Volgens Keeman zijn dat vooral zware metalen die eenvoudig uit het poeder kunnen worden verwijderd. “Amalgaamvullingen kunnen na resomatie in zijn geheel uit de resten verwijderd worden. En er is geen uitstoot van gasvormige dioxines.” “Maar,” vervolgt hij, “we hebben geleerd van de hype rond vriesdrogen, die later een zeepbel bleek: eerst maar eens zien waar de onderzoekers mee komen.” De resultaten verwacht Keeman eind van dit jaar.

Minstens zo milieubelastend
Uit het vergelijkend milieu-onderzoek dat TU Delft in 2005 publiceerde kwamen begraven, cremeren en resomeren (destijds sprak men over alkalische hydrolyse) als even milieubelastend uit de bus. “Ik zie geen reden waarom dat nu anders zou zijn,” stelt Lucas Reijnders, biochemicus en hoogleraar milieukunde aan de Universiteit van Amsterdam en de Open Universiteit. Grofweg spelen er als het gaat om de milieubelasting twee zaken: de energie die het proces kost (en daarmee samenhangend de CO2-uitstoot) en de schadelijke stoffen die in het milieu achterblijven. Reijnders verwacht van resomeren in beide opzichten geen betere score. “Het maken van kaliumhydroxide kost veel energie en de hydrolyse bij verhoogde temperatuur kost drie uur. Het zou mij verbazen als de cumulatieve input van energie van resomeren sterk zou verschillen van die van cremeren. Wat betreft schadelijke stoffen, zoals zware metalen, PCB’s, dioxinen en gechloreerde koolwaterstoffen: deze blijven in beginsel onveranderd bij hydrolyse. De extractie van stoffen als cadmium en kwik uit het hydrolysaat is verre van eenvoudig en vraagt zwaar en milieubelastend geschut.”

Verstrooien
Het poeder dat overblijft na resomeren is vergelijkbaar met de as na crematie. Ook de toepassingen zullen hetzelfde zijn: verstrooien of bewaren in urnen en sieraden.

De schadelijkheid van het poeder is afhankelijk van de ‘gifstoffen’ die in het lichaam van de dierbare aanwezig waren en van eventuele bewerkingsprocessen van het resterende poeder.
Reijnders: “Extractie van PCB’s en dioxinen uit het poeder is mogelijk maar niet eenvoudig. Het is milieubelastend en duur.” Bij verstrooien hangt de schadelijkheid sterk af van de `dosis`. Voor verstrooiterreinen zullen de richtlijnen wellicht moeten worden aangepast. Bij verstrooien in natuurgebieden gaat het niet alleen om schadelijke stoffen, zoals cadmium en kwik, maar ook om nutriënten (voedingsstoffen), zoals fosfaat. Natuurgebieden en wateren zijn het soortenrijkst als de aanwezige hoeveelheid nutriënten laag is. In dat opzicht is het resterende poeder vergelijkbaar met as. De nutriënten zijn makkelijk opneembaar voor planten en dieren en spoelen snel uit naar het grondwater. Kwetsbare, schrale, natuur zoals heide en bos op zandgronden, kan dus beter niet massaal gebruikt worden als verstrooiterrein.

Milieuwinst?
Blijft de vraag waarom de methode opnieuw onderzocht wordt op milieuaspecten. “De leverancier van de resomationapparatuur claimt een flinke milieuwinst,” zegt Gijs Pelser, woordvoerder van Yarden, “net als de uitvinder van het cryomeren. Voor ons reden om beide methoden van lijkbezorging nogmaals te laten onderzoeken op milieu-aspecten. Ten opzichte van het eerdere milieu-onderzoek stellen zij dat de technieken nu aanzienlijk verbeterd zijn.” Yarden wacht eerst de resultaten af van het onderzoek. “Past als blijkt dat de milieuclaims terecht zijn, gaan we de consumentenbereidheid onderzoeken.”
plaatje: bulletNog nergens echt in praktijk
Eerdere berichten meldden dat resomation al in praktijk zou zijn genomen, in de Verenigde Staten en Australië. Maar volgens Jan Keeman van DFWEurope is resomeren als wijze van lijkbezorging nog nergens ter wereld toegestaan. Wel vinden er experimenten plaats, of wordt er onderzoek gedaan. In de Verenigde Staten passen ziekenhuizen de methode toe voor menselijke resten. Een Amerikaanse uitvaartondernemer kondigde aan binnenkort Resomation als eerste ter wereld aan te bieden als alternatieve vorm van lijkbezorging.

Bron:

(c) Marjon Weijzen

Dit artikel is eerder verschenen in vakblad Het Uitvaartwezen, December 2010 nr 10.