zoeken
knop: zoek

Groene uitvaart Opbaren

Opbaren

plaatje: bulletElektrisch koelen vraagt weinig energie, maar graszoden zijn het duurzaamst
In Nederland wordt op dit moment vooral opgebaard met behulp van koelapparatuur. Als de overledene naar een rouwcentrum wordt overgebracht, dan wordt het lichaam in de periode dat het niet opgebaard is in een gekoelde ruimte bewaard. (Een soort van koelcel.) Bij thuisopbaringen wordt er vaak gebruikt gemaakt van een koeltafel, bedkoeling of kistkoeling. Dat is een apparaat dat onder de kist of het bed wordt geplaatst en waarmee het lichaam van de overledene gekoeld wordt.

In hun milieu-onderzoek naar de uitvaart hebben Remmerswaal en Van de Heuvel berekend hoeveel energie koeling verbruikt. Bij een verblijf in het uitvaartcentrum zijn ze uitgegaan van vijf dagen koelen, dat is gelijk aan 90 Watt, het vermogen van de koelapparatuur in een mortuarium, en dit correspondeert met 0,4 milieupunten.

Een bedkoeling bij een thuisopbaring kost ongeveer drie keer zoveel, aldus Remmerswaal en Van de Heuvel. Ter vergelijking (en misschien ook ter relativering): het is vergelijkbaar met wat een wasmachine of een vrieskist in een maand gebruikt.


Zonder koeling

Is koeling per se nodig? Dat hangt van de situatie af (de ruimte en de binnen- en buitentemperatuur). Soms is ramen sluiten voldoende. Er zijn oude ‘huishoudmiddeltjes’ die nare geuren kunnen voorkomen: wierook, absorberende korrels of gemalen koffie.

Het allerbelangrijkste is dat de overledene zo koud mogelijk blijft. Dus in de winter raam open en verwarming uit, in de zomer gordijnen dicht. De beste oplossingen zijn vaak de simpelste. Is het erg warm? Neem koelelementen, omwikkel ze met een doek of doe ze in een washandje en leg bij de overledene.

Een groen alternatief: opbaring op graszoden

Deze methode van opbaren is in ons land geïntroduceerd door antroposofen, Rudolf Steiner beschrijft het in zijn boek De wereld van de gestorvenen. Antroposofen kiezen ervoor omdat het beter is voor de weg die de ziel moet gaan – koelen zou een negatief effect hebben op de ziel – milieubewuste uitvaartondernemers prijzen het de laatste jaren aan als een duurzaam alternatief voor de koeltafel.
De methode houdt in dat er graszoden onder de kist of het bed van de overledene worden geplaatst die tweemaal daags flink moeten worden besprenkeld met water. Gras werkt verkoelend. De koolstofassimilatie maakt dat er warmte uit de omgeving wordt onttrokken, omdat het gras warmte nodig heeft. Daardoor wordt de ruimte koeler. Volgens `antroposofisch` recept kan aan het water kwartsdruppels en rozemarijn (etherische olie) worden toegevoegd. Of dit werkelijk noodzakelijk is om de koeling te bevorderen is de vraag, Steiner schrijft dat `de combinatie van deze elementen zorgt voor het aangaan van processen die het sterfproces ondersteunen`.

Iedereen die een tuin heeft kan deze graszoden zelf uitsteken. Neem flinke zoden, zeker 10 tot 15 cm, met wortel en al, en leg die onder de kist of het bed. Eventueel op een mooie ondergrond, bijvoorbeeld schalen met een hoge rand. Na de opbaring kunnen de zoden gewoon weer worden teruggelegd in de tuin.

Afhankelijk van het weer en het klimaat in de ruimte waar de overledene ligt, kunnen graszoden minder effectief zijn dan een koelapparaat. Het is in ieder geval wel een stuk sfeervoller.

Thanatopraxie

Koeling wordt gebruikt om een overledene tot de dag van de uitvaart, met het oog op opbaringen, in een zo goed mogelijke conditie te houden. Op 1 januari 2010 is de herziene Wet op de lijkbezorging van kracht gegaan. Een van de aanpassingen betrof de maximum termijn waarbinnen een overledene begraven of gecremeerd moet worden. Die werd verlengd tot 6 werkdagen. Dat betekent dat een uitvaart soms wel 11 dagen na het overlijden plaatsvindt. Dat is lang om een lichaam goed te houden met een koeltafel of een opbaring met graszoden. In dat geval kan thanatopraxie een optie zijn. Ook dat was een aanpassing in de nieuwe wet. Vanaf 1 januari 2010 is thanatopraxie, een lichte vorm van balseming, toegestaan.

Thanatopraxie is een lichte en tijdelijke vorm van conservering van de overledene. Doel: gedurende de periode van opbaring de lijkontbinding tijdelijk remmen, de hygiëne bevorderen en de overledene een natuurlijker en toonbaarder aanzicht geven. Met deze methode wordt dus slechts een tijdelijk uitstel van de intreding van de ontbindingsverschijnselen bereikt en beoogd.

De vloeistof die bij thanatopraxie wordt gebruikt bestaat voor 0,5% uit formaline (een oplossing van formaldehyde in water). De rest van de vloeistof bestaat uit een samenstelling van water, kleurstoffen, zouten en andere mineralen. De vloeistof wordt in de bloedbaan ingebracht.

Formaline schadelijk voor mensen

Formaline is een giftige stof en schadelijk voor mensen. Uit een Engels onderzoek blijkt dat het werken met formaline tot aanzienlijke gezondheidsproblemen kan leiden. Niet alleen is er een groter risico (maar liefst 30%) om neus-, long- en slokdarmkanker te krijgen, maar het kan ook leiden tot hoesten, benauwdheid en hartritmestoornissen, en op de lange termijn tot bronchitis, hersen- en longbeschadiging en een slechte coördinatie.

Dit gevaar kan aanzienlijk of geheel worden teruggedrongen als er de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen, dat wil zeggen er wordt gewerkt met handschoenen en een mondkapje, en de ruimte wordt goed geventileerd.

Formaline schadelijk voor het milieu?

Maar hoe slecht is formaline voor het milieu? Ontsnapt formaline bij de crematie in de lucht en komt het bij begraven in de bodem en het grondwater terecht? Hoogleraar Milieukunde Lucas Reijnders zegt in Het Uitvaartwezen van juni 2007 dat de formaline tijdens de uitvaart is uitgereageerd, dus geen belasting voor het milieu betekent.

Bas de Leng, werkzaam bij de Zorg Diensten groep - CMO/Docendo en een van de eerste in Frankrijk opgeleide thanatopracteurs, zegt in vakblad De Begraafplaats hetzelfde: “Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft voor ons een conserverende vloeistof onderzocht en verwacht, gezien het zeer lage formaline-percentage, geen risico’s voor het milieu. Ook de concentratie van de kleurstoffen en zouten zijn zo laag dat ze geen risico’s vormen.”

Ontbinding kan gewoon doorgaan

En hoe staat het met de ontbinding van het lichaam? Wordt dat niet verhinderd? De Leng vertelt over een Frans onderzoek – in Frankrijk is thanatopraxie al decennia gangbaar – waarbij twee lichamen, één behandeld en één onbehandeld, onder dezelfde omstandigheden zijn begraven. De Leng: “Na zeven jaar werden de graven geopend. Het met thanatopraxie behandelde lichaam was verdroogd en als stof uiteengevallen. Het onbehandelde lichaam was op de gebruikelijke wijze ontbonden.”

In de Memorie van Toelichting (MvT) bij het wijzigingsvoorstel van de Wet op de lijkbezorging in 2009 stelde toenmalig minister van Binnenlandse zaken Guusje ter Horst dat ‘onderzoek heeft aangetoond dat thanatopraxie geen nadelige invloed heeft op het ontbindingsproces als eenmaal begraven is.’