zoeken
knop: zoek

Groene uitvaart Bibliotheek

plaatje: Verticale begraafplaats in Santos, Brazilie
Verticale begraafplaats in Santos, Brazilie

Bovengronds begraven krijgt voet aan de grond

plaatje: bulletNederlandse begraafplaatsen bereiden zich voor op sterftegolf

Tekst: Jan Robbemond

Nederlandse begraafplaatsen bereiden zich voor op de onontkoombare gevolgen van de demografische ontwikkelingen; als gevolg van de vergrijzing zal het aantal sterfgevallen de komende tientallen jaren misschien wel verdubbelen. De gravencapaciteit is onvoldoende, maar een aanlokkelijk alternatief is gevonden in het bovengronds begraven dat langzaam maar zeker oprukt. Galerijgraven zijn ruimtebesparend, milieuvriendelijk, goedkoper en gemakkelijker in onderhoud, en duurzaam.

In Zuid-Europese landen als Italië, Spanje en Portugal is het volstrekt normaal om bovengronds te begraven in een zogenoemde cryptenmuur, waarin de kisten soms wel tien hoog worden gestapeld. In Nederland hechten veel mensen nog aan begrippen als ‘teraardebestelling’ en ‘teruggegeven worden aan de schoot van de aarde’. Deze traditie staat onder druk door ruimtegebrek en ook door de langzaam maar zeker groeiende vraag naar een alternatief voor begraven in de grond en cremeren.
In Valkenburg aan de Geul zijn sinds mensenheugenis galerijgraven (ook wel insteekgraven genoemd) te vinden: op begraafplaats De Cauberg, die op terrassen tegen de gelijknamige berg is aangelegd. De omstandigheden hebben daar een dergelijke oplossing al eeuwen geleden gedicteerd. En in 2003 heeft architectenbureau Herman van den Hurk uit Valkenburg in opdracht van de gemeente een uitbreiding met 180 galerijgraven gerealiseerd in een muur die als voorbeeld heeft gefungeerd voor het ontwerp in Enschede.
Toen Monique Kiekebosch twee jaar geleden aantrad als afdelingshoofd van de drie begraafplaatsen in Enschede, was de Oosterbegraafplaats gesloten; hij was vol en zonder mogelijkheden tot uit- of inbreiding (het zoeken naar nieuwe mogelijkheden op de beschikbare oppervlakte). Bij het inwerken constateerde zij dat er vanuit de Italiaanse gemeenschap in Enschede al eens de wens was neergelegd om bovengronds te worden begraven. In 1999, toen de Oosterbegraafplaats honderd jaar bestond, werd een open dag gehouden. De belangstelling was groot. Toen werd onderzocht of de behoefte aan galerijgraven groter was dan alleen onder mensen van Zuid-Europese komaf. Monique Kiekebosch: “Ook onder de Twentse bevolking bleek er vraag naar te zijn. Als gevolg van een reorganisatie is daar toen echter weinig mee gedaan.”
Kiekebosch blies de zaak nieuw leven in en oriënteerde zich elders in Nederland. Zij ging kijken op de begraafplaats van de Heilig Landstichting in Nijmegen waar verspreid over het terrein, met gebruikmaking van bulten in het landschap, ongeveer twintig van dergelijke graven zijn, en ze ging kijken in Valkenburg aan de Geul. “Ik was meteen verkocht toen ik de muur zag die Van den Hurk daar heeft gemaakt. In Italië zijn dergelijke muren veel drukker, met veel meer tierelantijnen. Daar zijn wij van afgestapt. Onze muur wordt veel minder druk, meer Twents en passend in de omgeving.”

Keldergraven boven de grond

De 216 galerijgraven, drie hoog verdeeld over twee rijen, zijn onderdeel van een stevige uitbreiding van de begraafcapaciteit van de Ooster. Er komen ook honderd keldergraven die twee diep zijn en een columbarium voor 120 urnen. De muur heeft een boogvorm, met in het midden ervan een ruimte voor de afscheidsplechtigheid die is overkapt. Kiekebosch, enthousiast: “Van den Hurk heeft veel kijk op het inpassen van de elementen op de monumentale begraafplaats. Op 27 januari hadden we onze eerste bouwvergadering, in de eerste week van februari is begonnen met de fundering en we hopen dat de oplevering op 24 juni is. We hebben een beetje speling, want we hebben de opening pas in september gepland tijdens een open dag.”
Van den Hurk heeft gekozen voor uniformiteit in het ontwerp. Alle graven in Enschede worden uitgevoerd in prefab beton, geleverd door Giverbo uit Oud-Beijerland. Directeur Dirk van Gilst van Giverbo heeft ruime ervaring met keldergraven. “Galerijgraven zijn in principe niets anders dan keldergraven, maar dan boven de grond. Toen ik veertig jaar geleden als vertegenwoordiger werkte, vroeg men mij in de gemeente Rijswijk al eens om mee te denken over een oplossing voor het ruimtegebrek op begraafplaatsen. Toen heb ik een U-vorm bedacht, waardoor je geen dubbele wanden nodig hebt. Het gaat om geprefabriceerd beton dat de vorm heeft van een U. Die U moet je je op z’n kant voorstellen. De rug van de U vormt dan een wand en tegen de open bovenkant van de U, die fungeert als zijkant, leg je dan een volgend graf. Zodoende hoef je maar aan één zijde van zo’n blok keldergraven een afdichtwand te plaatsen. Je kunt er zoveel naast elkaar zetten als je wilt, en je kunt er een groot aantal op elkaar zetten. Wij spannen die vorm. Bovenop leg je een afdichtplaat met daarop een laagje grond. Uit dat idee zijn de keldergraven voortgekomen die wij als eerste in Nederland brachten. Wij leveren die nog altijd door heel het land.”

Vooruitstrevend Lisse

In Lisse zijn op de begraafplaats Duinhof op vrijdag 28 januari 76 door Arcadis gebouwde galerijgraven officieel in gebruik genomen. Ontwerpster is landschapsarchitecte Patricia van Herpen van P2 landschapsarchitecten in Amsterdam. “Het was een spannend project, want het was de bedoeling dat het bosgebied behouden zou blijven. Wij zijn er twee jaar geleden mee begonnen en ons eerste ontwerp was wel tamelijk revolutionair omdat we daarin alle graven bovengronds hadden gedacht. Het is in die vorm uiteindelijk niet doorgegaan, omdat het misschien iets te ver ging voor de opdrachtgever, maar veel van die ideeën zijn toch terecht gekomen in het uiteindelijke ontwerp. Ik zag op de Floriade eens een tombe, met daarin betonnen segmenten en ik vroeg me af hoe je dat kon omvormen tot echte keldergraven boven de grond. Als je de ruimte effectief wilt benutten, moet je de lucht ingaan. Het was ingewikkeld. Het spanningsveld op Duinhof was groot, want als je sec wilt begraven moeten de bomen weg. Het ontwerp is daarom een spel met vormen geworden, waardoor de bomen konden blijven staan. Het is ook een bijzondere plek met een buitenaula, met banken onder de bomen. Met ons eerste ontwerp hebben we een denkproces losgemaakt. Wat er nu is gerealiseerd is niet standaard; dat was in het begin best moeilijk. Ik vind het bijzonder dat Lisse het heeft aangedurfd. Het was een heel proces, maar de gemeente heeft ons erg geholpen en nu is iedereen enthousiast. Het is nu ook een plek voor nabestaanden, het is een prettig park om te verblijven, met een lange wandellijn. Ik ben zelf ook enthousiast, want de sfeer die ik er wilde creëren, die mij voor ogen stond, is er nu wel.”
Hans Pater is de beheerder van Duinhof. Hij beaamt dat het eerste ontwerp, waarin plusminus 650 galerijgraven in één keer stonden gepland, misschien te vooruitstrevend was. Maar nu omschrijft hij trots het gerealiseerde project in het besef dat zijn begraafplaats in Lisse in Nederland vooroploopt in de ontwikkelingen. “De techniek van de schanskorf is gebruikt. Dat is een gevlochten cilindrische mand. Het geheel is afgewerkt met natuursteen. De achterkant is een grondterp. Je staat er als het ware tegenaan te kijken, het is een ophoging van het terrein.” Voor over anderhalf jaar staat een verdubbeling van het aantal galerijgraven op Duinhof op het programma. Pater: “Het is ruimtelijk een aantrekkelijk alternatief, al is het per graf wel iets duurder dan de traditionele zandgraven.”

Sceptisch over ‘hoogbouw’

Bij het crematorium Rijk van Nijmegen in Beuningen zijn de druiven een beetje zuur. Daar werd in 1999 al het idee geopperd om galerijgraven te bouwen. Algemeen assistent Leo Kroes: “Maar de politiek wilde er niet aan. Er was hier en in de omgeving nog ruimte genoeg vonden de politici. Wij liepen voorop maar het is destijds op niets uitgelopen. Veel mensen willen niet worden gecremeerd of in een zompig gat worden gegooid, want daar hebben ze bepaalde beelden bij. Een galerijgraf is dan een aantrekkelijk alternatief. Het is een mogelijkheid meer op de markt. In andere landen is dit gebruikelijk en vanuit die optiek werd bij ons het idee geboren. In eerste instantie hadden wij er zo’n vijftig willen aanleggen in een grote wal die er al is. Toen wij er mee kwamen, werd gezegd dat er nog geen vraag naar is. Maar straks lopen we achter op de feiten. Als vanuit de bevolking meer druk op de politiek wordt uitgeoefend gaat de gemeente op den duur wel overstag. Je moet alleen wel de Nederlandse maat hanteren, want wij hebben urnen op vijf hoog, maar de mensen willen alles op ooghoogte. Ze klimmen er niet bij op een stoeltje of met een trapje. Daar was niet goed over nagedacht.”
Arie van Kooten, directeur van begraafplaats Essenhof in Dordrecht en secretaris van de Landelijke Organisatie van Begraafplaatsen (LOB), toont zich ook sceptisch over ‘hoogbouw’. “Je ziet mensen toch niet vier meter een ladder op klimmen met een bloemetje. En hoe wil je dan bijzetten, met een heftruck? Het fenomeen van galerijgraven is niet nieuw, en er komt meer vraag naar. Vroeger lieten rijke mensen al een grafmonument bouwen, of een kapel waarin de kist werd gezet. Het heeft altijd gemogen, maar de cultuur was hier van oudsher om te begraven. Wij wisten niet beter. Ook Essenhof overweegt uitbreiding met galerijgraven. Maar eerst bouwen wij duizend keldergraven die vier diep zijn. Met kelders kun je wel tien diep gaan. Het aanleggen ervan is een goede investering in vergroting van de capaciteit. Je maakt gebruik van beluchting waardoor een schoon proces ontstaat dat het grondwater niet belast. Het is prettig voor de medewerkers, die hoeven geen bekisting aan te brengen. Het werk is minder zwaar, schoner en vriendelijker voor het milieu.”

Galerijgraf heeft toekomst

Cor Smulders van de begraafplaatsenadviseurs Genius Loci in Boxtel is ervan overtuigd dat de galerijgraven de toekomst hebben. Zijn bureau presenteerde in 2003 Palenque, het kerkhof van de toekomst, genoemd naar de Maya-stad in Mexico. Smulders verwacht dat Palenque ooit gerealiseerd zal worden. Tot die tijd werkt hij met afgeleiden van het prestigieuze ontwerp. “Het concept is goed en wij zijn niet teleurgesteld dat het er nog niet van is gekomen. De ouderwetse begraafplaatsen nemen te veel ruimte in beslag en zijn milieuonvriendelijk. Het is tijd voor een andere manier van begraven en de aantrekkelijkste mogelijkheid is volgens ons een uitvaartgebouw zoals Palenque. De mogelijkheden voor vernieuwing zijn nog lang niet uitgeput. Wij denken bijvoorbeeld aan een muur rondom een begraafplaats die je kunt benutten voor galerijgraven. Dat is op iets kleinere en minder kostbare schaal dan Palenque. Galerijgraven zijn een toevoeging, een verruiming van het aanbod en in die zin een verhoging van de kwaliteit.”
Genius Loci werkt in Koudekerk aan een cryptenmuur. En in Smallingerland wordt gedacht aan het aanbrengen van galerijgraven in een geluidswal. Smulders: “De binnenzijde van zo’n wal heeft veel nuttige vierkante meters. Je kunt in plaats van een wal ook een hoge muur bouwen met daarin galerijgraven. Die zijn in eerste aanleg misschien iets duurder, maar het komt altijd terug in de exploitatie.”
Genius Loci en Giverbo zijn ervan overtuigd dat het galerijgraf de toekomst heeft. Leo Kroes van crematorium Rijk van Nijmegen in Beuningen: “Het is wennen aan het idee. Dat is altijd zo met vernieuwingen. Nu ze er eenmaal zijn, zullen de galerijgraven snel inburgeren.” Dirk van Gilst van Giverbo: “De galerijgraven zoals wij die hebben geplaatst op de begraafplaats Crooswijk in Rotterdam zijn ook prachtig. Het is gepolijst beton. Die twee blokken met tien graven hebben uitstraling.” Cor Smulders van Genius Loci: “Ruimte is schaars in Nederland en grond dus duur. Creatieve oplossingen zijn noodzakelijk en als je ruimte wilt winnen, kun je dat door omhoog te gaan.”
Bovengronds graf op De Essenhof
Bovengronds graf op De Essenhof

Dit artikel is eerder verschenen in Het Uitvaartwezen, Maart 2005

Voor meer informatie over het Uitvaartwezen, zie www.sdu.nl/uitvaartwezen.