zoeken
knop: zoek

Groene uitvaart Bibliotheek

plaatje: Dikker, langer, groter<br>Uitvaart XL

Dikker, langer, groter
Uitvaart XL

plaatje: bulletNederlanders worden almaar langer en dikker, als je de krantenberichten moet geloven. De vraag is nu of deze ontwikkeling al merkbaar is in de uitvaartbranche. In hoeverre beïnvloedt de corpulente overledene het werk van de uitvaartmedewerker?

Tekst: Jolanda Scholman
Foto: Yvette Polman
Elsevier, 14 april 2005: De gemiddelde lengte van mensen is de afgelopen eeuw toegenomen met 10 cm, Nederlanders groeiden het hardst met gemiddeld 12,8 cm in 100 jaar.
Monitor 1, feb/mrt 2005: Overgewicht is een explosief groeiend probleem. Zo’n veertig procent van de Nederlanders kampt ermee. Het kabinet wil – zo blijkt uit de preventienota Langer Gezond Leven 2004-2007 – de toename van overgewicht in ons land een halt toeroepen en voor kinderen de trend keren. (...) Bij kinderen wordt een sterkere toename van overgewicht gesignaleerd dan bij volwassenen. Overgewicht komt voor bij ongeveer 15% van de jeugd (jongens en meisjes van 2 tot en met 21 jaar).

Zeker kinderen laten een zorgwekkende stijging zien qua gewicht. Als lengte en gewicht daadwerkelijk zo toenemen zou dit voor het werk in de gezondheidszorg en voor de voorzieningen in het dagelijks leven grote gevolgen moeten hebben. Bioscopen moeten bredere stoelen krijgen, huizen hogere plafonds. En het roept vragen op. Hoeveel mensen mogen er nu nog tegelijk in een lift bijvoorbeeld? Ook in de uitvaartbranche zou je zo langzamerhand de gevolgen van deze ontwikkeling moeten zien.

Extra aandacht

“Wij merken inderdaad dat het aantal zwaardere overledenen ontzettend toeneemt”,zegt Pieter van Splunter, manager facilitaire centra bij Monuta. “Dat merk je aan het aantal buitenmodellen kisten. Van de honderd kisten bestellen we zo’n tien in een afwijkende maat.” De facilitaire centra regelen alles wat met het vervoer van een overledene te maken heeft. Zodra een melding van overlijden bij de centrale binnenkomt, komen ze in actie. Verzorgen en kisten van de overledene en ervoor zorgdragen dat de overledene bij het goede rouwcentrum komt. “Wat je nu ziet, is dat we bijvoorbeeld meerdere mensen moeten inzetten bij het dragen en het kisten.” Het gebeurt soms dat ze de brandweer in moeten schakelen als iemand van de bovenste verdieping naar beneden moet. “Met een kraanwagen wordt de overledene naar buiten gehaald. Het gaat dan om iemand van zo’n 150 kilo. Die kan dan niet meer via de trap naar beneden. Dat is niet alleen moeilijk, maar ook voor de dragers niet verantwoord. We verzorgen de overledene eerst, dan maken we een soort brancard en via een raam gaat deze met de kraanwagen omlaag. Maar altijd heel piëteitsvol natuurlijk.” Deze gevallen komen zelden voor. In vier jaar heeft hij het twee keer meegemaakt. Voor de rest zijn de regelmatig terugkerende zwaardere gevallen nog steeds te overzien. “Je moet er wat extra aandacht aan besteden. Als we constateren dat het een corpulent persoon betreft, dan gaat iemand er naartoe om hem op te meten en aan de hand daarvan wordt de kist gemaakt.”

Buiten-buitenmodellen

Als er één bedrijf is dat merkt dat het aantal zwaardere overledenen toeneemt, dan is het wel een kistenleverancier. Bij grafkisten- en urnenleverancier Bogra gaan wekelijks gemiddeld 45 brede kisten van 195x65 centimeter en circa tien kisten van 205x55 centimeter de deur uit. Dit zijn de ‘normale buitenmodellen’. Ze zijn iets duurder dan de standaardmodellen. Een standaardmaat is 195x55 centimeter binnenwerks (schouderhoogte). Daarnaast komt het steeds vaker voor dat er buiten-buitenmodellen gemaakt worden, dus nog breder of langer dan die tien centimeter extra. Net wat nodig is. Bogra levert per week gemiddeld vijf van deze supermodellen.
Bogra verkoopt over het algemeen net zoveel langere als bredere kisten. Een buitenmodel is duurder, niet alleen omdat het meer werk oplevert en materiaal kost, maar vooral omdat het maatwerk is. Het gaat buiten het gewone productieproces in de fabriek om. Dit proces wordt stopgezet voor deze ene kist, want vaak is hij diezelfde dag nodig. ‘Normale’ modellen gaan in series van twintig of 35 stuks. De buiten-buitenmodellen kisten kosten ongeveer het dubbele van een standaardmodel. Een XL-model beperkt daarnaast enigszins de keuze; een aantal van de luxueuzere ontwerpen is verkrijgbaar in een maatje groter, maar niet allemaal.

Extra breed

Langere en bredere kisten vragen ook om aanpassingen bij het cremeren en begraven. In het crematieproces zijn het de bredere kisten die problemen kunnen veroorzaken.
Crematoria die hun oven(s) gaan vervangen, bestellen daarom steeds vaker een maatje groter. Deze heeft een bredere binnenruimte van 1.10 meter (een verschil van twintig centimeter) maar de oven blijft qua buitenmaat op drie centimeter na hetzelfde. Nico Willemse, woordvoerder van leverancier Facultatieve Technologies, legt uit hoe dat kan: “Het is een aanpassing van het al bestaande concept wat we leveren. De isolatielaag kan wat dunner zijn, want door gebruik van hoogwaardiger materiaal blijft de warmte toch op een verantwoorde manier binnen.” In Nederland zijn nu vier crematoria met een oven met een bredere binnenruimte. In Ede opende Yarden een crematorium met een extra brede invoeroven. Productmanager Zorg bij Yarden, Kees Schiphouwer, deed navraag bij de beheerder waarom hij heeft gekozen voor deze bredere maat. “Aan een aantal verzoeken voor crematie kon niet worden voldaan omdat de kist niet in de oven paste. Dan moeten de nabestaanden de overledene in een veel te kleine kist opbaren, of ze moeten toch kiezen voor begraven. Omdat je die mensen ook graag wilt bedienen, kies je voor deze mogelijkheid.” Een andere reden heeft te maken met de veiligheid voor de medewerkers en het crematorium zelf. De oven moet eerst opgewarmd worden tot 800 graden voordat de invoer plaatsvindt. Het probleem is dat een kist die net te groot is klem kan komen te zitten bij de invoer. Er kan dan brand uitbreken terwijl de oven nog open is. “Er is een bepaalde breedte waar je niet overheen mag gaan.”

Geen ruimtegebrek

Voor het werk op de begraafplaats geldt niet alleen de bredere kist die meer aandacht verdient, ook een afwijkende lengte speelt bij het begraven een rol. Het hoeft volgens Pauline Harmsen, consulente bij de LOB, geen problemen op te leveren zolang uitvaartondernemer en beheerder goed communiceren. “Je kunt wel eens voor verrassingen komen te staan als je niet van tevoren doorkrijgt dat er een afwijkende kistmaat is. Dan blijkt dat de kist niet in het graf past. Met de familie moet dan overlegd worden of ze al dan niet bij het zakken van de kist zijn. Zo ja, dan krijgen ze een kopje koffie aangeboden tijdens het wachten.” Voor een grafdelver maakt het niet uit of de kuil iets groter wordt. Ook hoeft het niet tot ruimtegebrek te leiden. “Onder de grond heb je altijd iets meer speelruimte.” Harmsen werkt ook voor begraafplaats De Nieuwe Ooster in Amsterdam. “Het is wel eens voorgekomen dat ze een kist echt hebben moeten takelen. Die persoon was zo uitzonderlijk zwaar, dat het niet met een reguliere graflift kon. Maar dat komt misschien één keer in de twee jaar voor.”

Bij de Algemene begraafplaatsen in Utrecht zijn ze helemaal ingesteld op grotere maten. Letteke Landeweer, bedrijfsleidster: “Aan de uitvaartondernemer stellen wij tegenwoordig standaard de vraag: wat is de kistmaat? Vroeger, een jaar of tien geleden, was dat niet nodig; tegenwoordig is het noodzakelijk.” De bekistingen die bij het grafdelven worden gebruikt, gaan langer worden. Ongeveer eens in de vijf jaar zijn die aan vervanging toe en de trend is dat ze iedere keer een stukje langer besteld worden. Ook de graflift bestellen ze een maat groter. Bij de inrichting van een nieuw grafveld houden de medewerkers met grotere graven rekening. “Dan nemen we voor een graf gewoon meer ruimte. We zijn op dit moment bezig naar 2.10, 2.20 meter toe te gaan. Het bovengrondse gedeelte dat de familie toegewezen krijgt om te gedenken houdt de standaardmaat. De aanblik van het graf verandert niet.”
De zwaarte van de kist is geen probleem: “De ondernemer komt de kist bij ons brengen. Wij zijn er pas verantwoordelijk voor als hij op de lift staat.” Aan een groter graf zijn geen extra kosten verbonden.

Snellere ontbinding

Een overledene met een gezet postuur zorgt bij de verzorging en restauratie weer voor heel andere kwesties. Het is sowieso fysiek een extra belasting voor de medewerker die het werk in principe altijd alleen doet. Als het echt een zwaar iemand betreft, dan moeten collega’s een handje komen helpen. Een ander punt is dat een persoon die veel vet bij zich draagt sneller gaat ontbinden. Bas de Leng is verbonden aan Cura Mortu Orum Mortuariabeheer. Hij heeft grote ervaring in de overledenenverzorging en restauratie. De Leng: “Wanneer een lichaam veel vet heeft, zal het lichaam minder snel afkoelen; omdat het een dikke isolatielaag heeft. Dus dat betekent dat de bacteriegroei in de darmen niet snel afgeremd wordt. De ontbinding van een overledene begint altijd in de dikke darm door deze bacteriën. Als je zo’n overledene zo snel mogelijk gaat koelen, neemt de bacteriegroei af. Maar als zo’n lichaam lekker warm blijft, blijft de bacterie zich delen. De uitvaartondernemer zou de familie een signaal moeten geven dat opbaring consequenties heeft, namelijk een snellere ontbinding. Daarom hopen we in de toekomst met thanatopraxie, de tijdelijke conservering, te kunnen werken, waardoor de bacteriën in het lichaam tijdelijk verdoofd worden. Zodat het lichaam in de tijd van opbaring in een betere staat blijft.” Gevolg van een snellere ontbinding is bovendien dat eventuele restauratie van een mindere kwaliteit is.


CBS: Gezondheidsenquête / Permanent Onderzoek LeefSituatie.
CBS: Gezondheidsenquête / Permanent Onderzoek LeefSituatie.

Goed koel

Om de ontbinding af te remmen heeft de overledene een snellere koeling nodig. De Leng: “Wij adviseren altijd om overledenen vóór een thuisopbaring eerst 24 uur in een grote ruimtekoeling te laten, bijvoorbeeld in de koelkamer van een uitvaartverzorgingsbedrijf. Als het helemaal afgekoeld is, kan de familie het lichaam thuis opbaren waar ze het graag wensen. Dan is het lichaam al koud en kun je met koelmachines, kistkoelers, de tafelkoelers en noem maar op, het lichaam koel houden.”
Wanneer iemand een stevig gewicht heeft, dan moet bij de uitvaartondernemer een belletje gaan rinkelen. “Hij moet denken: als ik de overledene niet goed koel, dan loopt hij het risico om sneller te ontbinden. Een behoorlijk dik persoon die thuis is overleden aan een longontsteking bijvoorbeeld en die koorts heeft gehad, als je die gaat koelen met een bedkoeler of een kistkoeler, dan duurt het altijd langer voordat het lichaam is afgekoeld. Als je het eerst in een ruimtekoeler plaatst, dan is het resultaat van de opbaring zeker beter.”

De uitvaartprofessionals kunnen over het algemeen goed inspelen op de zwaarder wordende Nederlander. Ze merken dat ze steeds meer te maken krijgen met corpulente overledenen, maar ervaren het niet als een groot probleem. Bij het dragen van de kist zet je een paar extra handen in. De gebruikte middelen, zoals kisten, invoerovens, graven en grafliften, worden gewoon een maatje meer. Dat geldt overigens geldt meestal niet voor de rouwauto’s. Die hebben tegenwoordig vaak al een vervoerslengte van 2,50 of 2,75 meter.
De kostenstijgingen die samenhangen met de grotere maten vallen mee: de familie van de corpulente overledene is meer geld kwijt voor een op maat gemaakte kist, maar het begraven en cremeren wordt niet specifiek duurder, afgezien van reguliere prijsstijgingen.
Belangrijk is dat de communicatie tussen de uitvaartondernemer en beheerders van begraafplaatsen optimaal is om pijnlijke situaties te voorkomen. Extreem zware gevallen komen (nog) nauwelijks voor. Maar komen ze voor, dan blijkt daar op dat moment altijd wel weer een creatieve oplossing voor bedacht te kunnen worden.
plaatje: bulletDit artikel is eerder verschenen in Het Uitvaartwezen, Juli/Augustus 2005.